Odemira
Odemira
Plaatsen
Men zegt dat deze mooie naam van twee Arabische woorden afstamt, wad (rivier) en Emir, waar in het Portugees Odemira van afgeleid zou zijn.
Het stadje werd door de eerste Portugese koning, D. Afonso Henriques, op de Moren veroverd. Pas vanaf het koningschap van D. Afonso III, die het in 1257 het stadsrecht verleende, begon de stad permanent bevolkt te worden.
Van dit historische verleden heeft Odemira geen belangrijke overblijfselen bewaard. Zelfs van het kasteel, dat op het hoogste punt van de stad lag, is niets meer over dan de naam van de straat die ernaar leidde (Rua do Castelo). Deze is nu omgedoopt tot Sarmento de Beires ter ere van een Portugese vliegenier die hier is geboren en in 1924 vanuit Vila Nova de Milfontes in een klein Bréguet vliegtuigje richting Macau vetrok, waar hij 115 uur later landde na meer dan 16.000 km te hebben gevlogen!
In één van de tuinen van de vila doet een interessant geverfd standbeeld ons denken aan een andere plaatselijke persoonlijkheid; Damiano, een apotheker die in de 15de eeuw een boek heeft geschreven om mensen het schaakspel te leren.
De bekoring van Odemira vindt men in de ligging op een kleine heuvel, waar de witte huizen naar de Mira rivier gekeerd staan. De rivier ontstaat diep in de bergen van de Serra do Caldeirão en is bevaarbaar vanaf hier tot aan de monding, in Vila Nova de Milfontes, een afstand van ongeveer 30 km en een prachtig landschap om een tocht langs te maken, te roeien of te kanoën.
Deze streek besteedt veel aandacht aan het behouden van het traditionele handwerk. Men vindt hier verschillende ambachtslieden die manden, meubels en ceramiek maken en weven.
Deze hele zuidwest strook van de Portugese kust, van het dorp Sines tot aan Cabo de S. Vicente in de Algarve, behoort toe aan het beschermde natuurgebied Paisagem Protegida do Sudoeste Alentejano. In deze streek komen zeldzame dieren en planten voor en het is de enige plaats ter wereld waar de witte ooievaar op rotsen aan zee nest.
Het stadje werd door de eerste Portugese koning, D. Afonso Henriques, op de Moren veroverd. Pas vanaf het koningschap van D. Afonso III, die het in 1257 het stadsrecht verleende, begon de stad permanent bevolkt te worden.
Van dit historische verleden heeft Odemira geen belangrijke overblijfselen bewaard. Zelfs van het kasteel, dat op het hoogste punt van de stad lag, is niets meer over dan de naam van de straat die ernaar leidde (Rua do Castelo). Deze is nu omgedoopt tot Sarmento de Beires ter ere van een Portugese vliegenier die hier is geboren en in 1924 vanuit Vila Nova de Milfontes in een klein Bréguet vliegtuigje richting Macau vetrok, waar hij 115 uur later landde na meer dan 16.000 km te hebben gevlogen!
In één van de tuinen van de vila doet een interessant geverfd standbeeld ons denken aan een andere plaatselijke persoonlijkheid; Damiano, een apotheker die in de 15de eeuw een boek heeft geschreven om mensen het schaakspel te leren.
De bekoring van Odemira vindt men in de ligging op een kleine heuvel, waar de witte huizen naar de Mira rivier gekeerd staan. De rivier ontstaat diep in de bergen van de Serra do Caldeirão en is bevaarbaar vanaf hier tot aan de monding, in Vila Nova de Milfontes, een afstand van ongeveer 30 km en een prachtig landschap om een tocht langs te maken, te roeien of te kanoën.
Deze streek besteedt veel aandacht aan het behouden van het traditionele handwerk. Men vindt hier verschillende ambachtslieden die manden, meubels en ceramiek maken en weven.
Deze hele zuidwest strook van de Portugese kust, van het dorp Sines tot aan Cabo de S. Vicente in de Algarve, behoort toe aan het beschermde natuurgebied Paisagem Protegida do Sudoeste Alentejano. In deze streek komen zeldzame dieren en planten voor en het is de enige plaats ter wereld waar de witte ooievaar op rotsen aan zee nest.