Carnaval in Canas de Senhorim
Carnaval in Canas de Senhorim
Andere
De oorsprong van het Carnaval in Canas de Senhorim ligt in de historische evolutie van de plaats. Deze is verbonden met de formatie van de wijken Paço, een adellijk gebied, en de Rossio, waar het gewone volk en de bourgeoisie zich installeerde. De sociale verschillen tussen de inwoners was genoeg reden voor de twee groepen om zich tegenover elkaar op te stellen tijdens Carnaval. Dit was namelijk de beste tijd van het jaar voor aantijgingen en kritiek zonder dat iemand het je kwalijk nam.
Vandaag de dag worden er op de dinsdag van Carnaval nog steeds twee verschillende Carnavalsmarsen gehouden. Zij staan oog in oog met elkaar op het kruispunt van de belangrijkste straat in de wijk Rossio en de straat die toegang geeft tot de wijk Paço. Wat er dan plaatsvindt heet het “Despique”, het moment waarbij de twee groepen uitbundig zingen en dansen, in een feestelijke strijd. De groep die daarbij in vreugde en opgetogenheid uitblinkt, wint het Carnaval.
Het Carnaval van Canas de Senhorim begint al op 6 januari, op Drie Koningen, met “Paneladas”. Aanvankelijk gingen er rond deze tijd gemaskerde mensen de straat op en gooiden bij alle huizen pannen van klei vol as en galnoten naar binnen. Dit leidde tot een groot kabaal en veel opschudding. Deze traditie wordt de laatste tijd niet meer zo in ere gehouden. Tegenwoordig begint het feest op Vette Zondag (Domingo Gordo) waarbij de twee rivaliserende marsen de straat op gaan om zich voor te bereiden op de Carnavalsoptocht van de dinsdag.
De maandag van Carnaval is in tweeën verdeeld. ´s Ochtends is er de “Farinhada”, waarbij meiden die vóór twaalf uur ´s middags de deur uitgaan, het risico lopen om met meel bestoven te worden. ´s Middags is het “Maandag van de Oude Vrouwen" (2ª Feira das Velhas). Er worden oude marsliederen gezongen en er is een optocht in oude klederdracht. Ook zijn er twee ludieke, informele optochten waar men de spot drijft met alles wat er is fout gegaan bij de generale repetitie op Vette Zondag.
Het Carnaval eindigt op Aswoensdag met de Verbranding van de “Entrudo" (de Carnavalsclown). Na een diner, genaamd Batatada, waarbij groepen samen een gerecht eten, bestaand uit aardappelen, eieren, groenten, brood en wijn, wandelt men met de Carnavalsclown door de straten, als symbool van het afscheid van het Carnaval. Na de lezing van diens testament, wordt de clown verbrand en komt het feest ten einde en begint de Vastentijd.
Vandaag de dag worden er op de dinsdag van Carnaval nog steeds twee verschillende Carnavalsmarsen gehouden. Zij staan oog in oog met elkaar op het kruispunt van de belangrijkste straat in de wijk Rossio en de straat die toegang geeft tot de wijk Paço. Wat er dan plaatsvindt heet het “Despique”, het moment waarbij de twee groepen uitbundig zingen en dansen, in een feestelijke strijd. De groep die daarbij in vreugde en opgetogenheid uitblinkt, wint het Carnaval.
Het Carnaval van Canas de Senhorim begint al op 6 januari, op Drie Koningen, met “Paneladas”. Aanvankelijk gingen er rond deze tijd gemaskerde mensen de straat op en gooiden bij alle huizen pannen van klei vol as en galnoten naar binnen. Dit leidde tot een groot kabaal en veel opschudding. Deze traditie wordt de laatste tijd niet meer zo in ere gehouden. Tegenwoordig begint het feest op Vette Zondag (Domingo Gordo) waarbij de twee rivaliserende marsen de straat op gaan om zich voor te bereiden op de Carnavalsoptocht van de dinsdag.
De maandag van Carnaval is in tweeën verdeeld. ´s Ochtends is er de “Farinhada”, waarbij meiden die vóór twaalf uur ´s middags de deur uitgaan, het risico lopen om met meel bestoven te worden. ´s Middags is het “Maandag van de Oude Vrouwen" (2ª Feira das Velhas). Er worden oude marsliederen gezongen en er is een optocht in oude klederdracht. Ook zijn er twee ludieke, informele optochten waar men de spot drijft met alles wat er is fout gegaan bij de generale repetitie op Vette Zondag.
Het Carnaval eindigt op Aswoensdag met de Verbranding van de “Entrudo" (de Carnavalsclown). Na een diner, genaamd Batatada, waarbij groepen samen een gerecht eten, bestaand uit aardappelen, eieren, groenten, brood en wijn, wandelt men met de Carnavalsclown door de straten, als symbool van het afscheid van het Carnaval. Na de lezing van diens testament, wordt de clown verbrand en komt het feest ten einde en begint de Vastentijd.