Andere

Brug van Portagem

Volgens de overlevering was de Brug van Portagem, die over de Sever-rivier gaat, een van de tolpoorten die door koning João II van Portugal (1455-1495) werden opgericht om de toegang van joden die uit Castilië en Aragon (Spanje) waren verdreven, te controleren en te belasten. Vandaar de naam van het dorpje ‘Portagem’, dat in de buurt van Marvão ligt. Het is een belangrijke brug in het collectieve geheugen van de lokale bevolking. De brug is geïntegreerd in een Romeinse weg, waardoor het mogelijk is dat de brug nog funderingen uit de Romeinse tijd heeft.

Volgens kroniekschrijvers uit de tijd van de tolpoort zijn ongeveer 15.000 joden vanuit Alcântara (Castilië) het koninkrijk Portugal binnengekomen. De toren, die vermoedelijk in de 14e eeuw werd gebouwd, controleerde de doorgang over de brug, waarna elke persoon die het koninkrijk binnenkwam, tol in rekening werd gebracht. Vandaag de dag bevindt zich in het gebouw een gedenkteken voor de vluchtelingen die in 1492 de oversteek maakten.

Veel van deze mensen verzamelden zich in een geïmproviseerd vluchtelingenkamp bij Castelo de Vide. Sommigen vestigden zich in nabijgelegen dorpen, maar anderen stierven voordat zij de omgeving van deze tolpoort konden verlaten.

Rond de brug bestaat ook een reeks legendes die de bouw ervan in verband brengen met een pact met de duivel, een verhaal dat vrij gebruikelijk is voor oude bruggen op het Iberisch schiereiland, vooral die van Romeinse oorsprong.