Serpa
Serpa
Plaatsen
Op een verhoging, enkele kilometers van de linkeroever van de Guadiana, de grote rivier in het zuiden van Portugal, ligt het dorpje Serpa, een naam die uit de periode van de Romeinse overheersing stamt, omstreeks 2000 jaar geleden.
Met de aankomst van de islamitische volkeren in het Iberisch schiereiland in de 8ste eeuw, werd Serpa tijdens de islamitische overheersing Scheberim genoemd. De Portugezen heroverden de stad in 1166, maar in 1191 werd in een groot Moors offensief praktisch het hele gebied ten zuiden van de Taag, inclusief Serpa, weer heroverd. In 1232 kwam de streek weer in Portugese handen, onder het koningschap van D. Sancho II. Tijdens het bestuur van D. Dinis, toen de Spaans-Portugese grens definitief geratificeerd werd, verkreeg Serpa in 1295 van de koning de eerste stadsrechten, die toen het imponerende verdedigingsbolwerk herbouwde en uitbreidde. In 1707, gedurende de oorlog om de Spaanse troonopvolging, werd Serpa voor de laatste keer door Spaanse troepen, onder leiding van de Duque de Ossuna, belegerd.
De eerste indruk die een bezoeker van Serpa krijgt is het uitzicht over de enorme vestingen van het kasteel met twee poorten, de Porta de Moura en de Beja, de enige twee overgebleven poorten van de 5 oorspronkelijke poorten. Binnen de muur aan de westkant staat een groot paleis van de graven van Ficalho. Ook opvallend is het indrukwekkende aquaduct met een Italiaanse boog dat zich uitstrekt tot aan de rand van de zuidelijke muur.
In het dorp monden de straatjes uit in grote pleinen waar de traditionele, erudiete en religieuze architectuur naast elkaar staan en aan Serpa een uniek karakter geven en een bezoek tot een plezierige ervaring maakt.
Het hoogst gelegen deel van de heuvel is waar men de eenvoudigere, middeleeuwse Moorse en christelijke buurt vindt. Hier kan men de kerk Igreja de Santa Maria zien en ook wat over is gebleven van de gevangenistoren van het kasteel, de Torre do Relógio en het archeologisch museum, Museu de Arqueologia. Het klokkenmuseum, Museu do Relógio leert ons meer over klokken en is gevestigd in het voormalige klooster Convento do Mosteirinho. Het is het enige museum van dit soort in het Iberisch schiereiland.
Nadat u Serpa heeft verkend, laat dan niet na om de Pousada de S. Gens te bezoeken waar u van een enorm uitzicht over de vlakte kunt genieten, slechts onderbroken door de vele olijfbomen die Serpa omgeven. Buiten de stadspoorten is onder andere het 15e eeuws klooster Convento de Santo António een bezoek waard en ook enkele kleine tempels die toegewijd zijn aan de populaire heiligen Nossa Senhora de Guadalupe en, langs de weg naar Beja, S. Sebastião, die uit de 16de eeuw dateert. Deze laatste heeft een vermenging van manuelijnse en Moorse stijlen, een bewijs van de twee elkaar aanvullende culturen die in de deze streek hebben samengeleefd.
Zo'n 10 km naar het zuiden, met de Guadiana rivier aan de linkerkant, ligt het natuurgebied Parque Natural do Guadiana, een rijk natuur erfgoed, wat enkele van de mooiste landschappen in het zuiden van Portugal biedt.
Met de aankomst van de islamitische volkeren in het Iberisch schiereiland in de 8ste eeuw, werd Serpa tijdens de islamitische overheersing Scheberim genoemd. De Portugezen heroverden de stad in 1166, maar in 1191 werd in een groot Moors offensief praktisch het hele gebied ten zuiden van de Taag, inclusief Serpa, weer heroverd. In 1232 kwam de streek weer in Portugese handen, onder het koningschap van D. Sancho II. Tijdens het bestuur van D. Dinis, toen de Spaans-Portugese grens definitief geratificeerd werd, verkreeg Serpa in 1295 van de koning de eerste stadsrechten, die toen het imponerende verdedigingsbolwerk herbouwde en uitbreidde. In 1707, gedurende de oorlog om de Spaanse troonopvolging, werd Serpa voor de laatste keer door Spaanse troepen, onder leiding van de Duque de Ossuna, belegerd.
De eerste indruk die een bezoeker van Serpa krijgt is het uitzicht over de enorme vestingen van het kasteel met twee poorten, de Porta de Moura en de Beja, de enige twee overgebleven poorten van de 5 oorspronkelijke poorten. Binnen de muur aan de westkant staat een groot paleis van de graven van Ficalho. Ook opvallend is het indrukwekkende aquaduct met een Italiaanse boog dat zich uitstrekt tot aan de rand van de zuidelijke muur.
In het dorp monden de straatjes uit in grote pleinen waar de traditionele, erudiete en religieuze architectuur naast elkaar staan en aan Serpa een uniek karakter geven en een bezoek tot een plezierige ervaring maakt.
Het hoogst gelegen deel van de heuvel is waar men de eenvoudigere, middeleeuwse Moorse en christelijke buurt vindt. Hier kan men de kerk Igreja de Santa Maria zien en ook wat over is gebleven van de gevangenistoren van het kasteel, de Torre do Relógio en het archeologisch museum, Museu de Arqueologia. Het klokkenmuseum, Museu do Relógio leert ons meer over klokken en is gevestigd in het voormalige klooster Convento do Mosteirinho. Het is het enige museum van dit soort in het Iberisch schiereiland.
Nadat u Serpa heeft verkend, laat dan niet na om de Pousada de S. Gens te bezoeken waar u van een enorm uitzicht over de vlakte kunt genieten, slechts onderbroken door de vele olijfbomen die Serpa omgeven. Buiten de stadspoorten is onder andere het 15e eeuws klooster Convento de Santo António een bezoek waard en ook enkele kleine tempels die toegewijd zijn aan de populaire heiligen Nossa Senhora de Guadalupe en, langs de weg naar Beja, S. Sebastião, die uit de 16de eeuw dateert. Deze laatste heeft een vermenging van manuelijnse en Moorse stijlen, een bewijs van de twee elkaar aanvullende culturen die in de deze streek hebben samengeleefd.
Zo'n 10 km naar het zuiden, met de Guadiana rivier aan de linkerkant, ligt het natuurgebied Parque Natural do Guadiana, een rijk natuur erfgoed, wat enkele van de mooiste landschappen in het zuiden van Portugal biedt.