Andere

In het prachtige groene landschap van de Alto Minho, niet ver van de grote rivieren die van het oosten naar het westen stromen, liggen vier belangrijke monastieke kernen van de Orde van Cister. Deze liggen in gebieden waar vanaf de 9e eeuw religieuze gemeenschappen ontstonden, die de Regel van São Bento volgden en die zich later voegden bij de Orde van Cister.

Op ongeveer 7 km van Melgaço, een stadje dat als een amfitheater boven de rivier Rio Minho hangt, liggen het klooster Convento de Santa Maria de Fiães en de kerk Igreja de Nossa Senhora da Orada. Het zijn gebouwen uit de tijd van de Portugese onafhankelijkheid, die overigens ook wordt gesymboliseerd door het kasteel dat Melgaço kroont. Dit kasteel heeft D. Afonso Henriques in 1170 laten bouwen.

Als u in zuidelijke richting naar het liefelijke stadje Ponte da Barca rijdt, richting het imposante reliëf van het Serra do Soajo, vindt u bij een bocht van de Rio Lima een paradijselijke plaats waar het klooster Mosteiro de Santa Maria de Ermelo staat.

Terugkerend naar Ponte da Barca en rijdend via de rijksweg 101 naar Vila Verde, steekt u de Rio Cávado over en gaat u richting Amares. Vanaf daar rijdt u vervolgens naar het klooster van de Cisterciënzers in Santa Maria do Bouro. De sombere monnikencellen zijn inmiddels verdwenen en ook de beginselen van soberheid en armoede, zijn hier niet meer terug te vinden. Tegenwoordig ligt hier namelijk één van de mooiste pousadas van Portugal.

Een andere magische locatie in de Alto Minho, die op deze Cister-route niet mag ontbreken, ligt in Santa Maria das Júnias, diep in het gebergte Gerês. Om daar te komen, neemt u de weg richting Vieira do Minho en steekt u de stuwdam Venda Nova over. U volgt dan door het gebergte de weg naar Covelães. Onderweg komt u stuwmeren tegen, die met hun mooie blauwe watertinten het landschap verfraaien.