In het uiterste noordwesten van Portugal voert de Vinho Verde- wijnroute ons langs een groen landschap, verdeeld over kleine wijngaarden die de hele Minho regio beslaan en zich in zuidelijke richting uitstrekken tot aan de rivier Rio Vouga.

De vinho verde, een unieke wijnsoort in de wereld, is een goede reden om de regio te verkennen. De naam van deze wijn zou te maken hebben met de overheersende kleur van deze regio of met de typische zuurtegraad, alsof de druiven groen zouden zijn geplukt. De witte of rode vinho verde is een lichte wijn die koel wordt gedronken. Hij past goed bij vis en zeevruchten die in de streek overvloedig voorkomen. De witte vinho verde is de bekendste en meest geliefde. Het is een aromatische en verfrissende wijn die uitstekend smaakt als aperitief, bij salades, hapjes of als verfrissend drankje op een warme zomerdag.

De wijngaarden liggen vooral langs rivieren en ondergaan de invloed van de Atlantische Oceaan. Omdat ze zich naar de zon wenden, raken de wijnranken verstrengeld in de bomen, klimmen op spalieren en groeien langs de randen van de akkers met de typische graanschuurtjes (espigueiros). Er zijn negen sub regio’s (van noord naar zuid): Monção en Melgaço, Lima, Basto, Cávado, Ave, Amarante, Baião, Sousa en Paiva.

De sub regio Monção en Melgaço, langs de rivier Minho, wordt beschouwd als de wieg van de beroemde druivensoort Alvarinho, die een eigen wijnroute heeft. Hier kunt u ook andere plaatsen bezoeken zoals Valença, Vila Nova de Cerveira of Caminha, allemaal pittoreske dorpen en stadjes. Zoals het geval is in bijna alle steden van de route, vormen de koele zones langs de rivieren een groot contrast met de vele granieten landhuizen en monumenten die typisch zijn voor het noorden van Portugal. Viana do Castelo (vroeger Viana da Foz do Lima genoemd), Arcos de Valdevez, Ponte da Barca en Ponte de Lima hebben hun naam te danken aan de rivieren die er doorheen stromen. Barcelos, gelegen aan de oevers van de Cávado, en Amarante, aan de Tâmega, zijn mooie steden met vele historische bezienswaardigheden. Dan zijn er nog de belangrijkste steden van de regio met een rijk erfgoed: Braga en Guimarães.

In Braga verdienen de kathedraal Sé en de vele kerken van het oudste bisdom van het land een bijzondere vermelding. Hier bevindt zich ook een van de toegangspoorten tot het natuurpark Parque Nacional da Peneda-Gerês, met de dorpen Castro Laboreiro en Soajo in een uithoek van de Vinho Verde wijnroute. In Soajo zijn de stenen schuren "espeigueiros" waar het graan nog steeds in wordt bewaard een bezoek waard. Guimarães, waarvan het historisch centrum is erkend als Werelderfgoed, wordt ook wel de wieg van Portugal genoemd. Het kasteel en het middeleeuws karakter van de stad zijn goed bewaard gebleven. Langs de oevers van de rivieren Sousa, Tâmega en Douro ligt het rustiek en sober erfgoed van de Romaanse Route.

U mag tenslotte niet vertrekken zonder een bezoek te brengen aan de meest emblematische quintas (wijnboerderijen) van de regio. Ze staan niet alleen bekend om de kwaliteit van hun wijnen maar ook om de prachtige herenhuizen. Dit is immers een belangrijke streek van het Turismo de Habitação (vakantie in herenhuizen). U vindt er een groot aantal statige huizen om te overnachten en te genieten van de authentieke gastvrijheid van Noord-Portugal.

Als we het over de vinho verde hebben, mogen we zeker de streekgastronomie niet vergeten. Begin de maaltijd met een “caldo verde” (soep met groene kool). Daarna kunt u kiezen uit forel of een uitstekende zeevis, “arroz da cabidela” (stoofpotje van kip en rijst), “rojões”(gebraden blokjes varkensvlees), “sarrabulho” (stoofpot met varkensvlees en varkenslever) of een van de vele stokvisgerechten op de wijze van de Minho. Als nagerecht is er “aletria doce” of “Pudim Abade de Priscos”. Voor of na het eten kunt u toasten met een goede mousserende vinho verde die tegenwoordig al heel wat liefhebbers over heel de wereld heeft.