Het Ilha do Corvo, door de Unesco benoemd tot Wereldreservaat Biosfeer, vormt samen met het eiland Flores de Westelijke Groep van de Azoren-archipel. Corvo is van vulkanische oorsprong en is het kleinste van de negen eilanden, met een oppervlakte van slechts 17,1 km2.
Men zegt dat het ongeveer tegelijkertijd met het eiland Flores, oftewel rond 1452, werd ontdekt door de Portugese zeevaarder Diogo de Teive en dat het eiland eerst “Corvi” werd genoemd.
De enige stadje op het eiland, Vila Nova do Corvo, ligt in een fajã (vlakte) van vulkanische oorsprong die het grootste vlakke gedeelte van het eiland vormt. Het is een pittoresk en ongewoon stadje dat wordt gekenmerkt door de huizen met hun zwarte stenen gevels en een witte lijn rondom de ramen en deuren, en door de smalle steegjes, hier “canadas” geheten, die bestraat zijn met ronde kleien, uitgesleten door de tijd. Traditioneel hebben de woningen hier houten sloten, gemaakt door de ambachtslieden van Corvo. Deze traditie bestaat nog steeds en symboliseert het vredige karakter van het eiland waar iedereen elkaar kent.
De kerk Igreja de Nossa Senhora dos Milagres (beschermheilige van het Ilha do Corvo) met daarin een afbeelding - van de Maagd en het Kindje - van Vlaamse oorsprong, en een indo-Portugees ivoren kruis, is een bezoek waard, net als het informatiecentrum Centro de Interpretação do Corvo.
In Alto dos Moinhos, vlakbij de Ponta Negra, fleuren kleine windmolens de kustlijn op. In tegenstelling tot de molens op de andere eilanden van de archipel, hebben ze op Corvo een mediterrane invloed en lijken ze meer op de molens die op het vasteland van Portugal te vinden zijn. Ze hebben een conische vorm en zijn uitgerust met een systeem dat de koepel laat draaien zodat de zeilen steeds naar de wind kunnen worden gezet.
Van Vila Nova do Corvo naar de grote krater, Caldeirão, het ex-libris van het eiland, voert de route zes kilometer omhoog. Onderweg ziet u vele lage muurtjes die de verschillende stukken land van elkaar scheiden, lange rijen hortensia's en de zwarte vlekken van de "palheiros", van basalt gemaakte schuren waar vroeger de landbouwwerktuigen en het voer werden bewaard.
Het Ilha do Corvo, door de Unesco benoemd tot Wereldreservaat Biosfeer, vormt samen met het eiland Flores de Westelijke Groep van de Azoren-archipel. Corvo is van vulkanische oorsprong en is het kleinste van de negen eilanden, met een oppervlakte van slechts 17,1 km2.
Men zegt dat het ongeveer tegelijkertijd met het eiland Flores, oftewel rond 1452, werd ontdekt door de Portugese zeevaarder Diogo de Teive en dat het eiland eerst “Corvi” werd genoemd.
De enige stadje op het eiland, Vila Nova do Corvo, ligt in een fajã (vlakte) van vulkanische oorsprong die het grootste vlakke gedeelte van het eiland vormt. Het is een pittoresk en ongewoon stadje dat wordt gekenmerkt door de huizen met hun zwarte stenen gevels en een witte lijn rondom de ramen en deuren, en door de smalle steegjes, hier “canadas” geheten, die bestraat zijn met ronde kleien, uitgesleten door de tijd. Traditioneel hebben de woningen hier houten sloten, gemaakt door de ambachtslieden van Corvo. Deze traditie bestaat nog steeds en symboliseert het vredige karakter van het eiland waar iedereen elkaar kent.
De kerk Igreja de Nossa Senhora dos Milagres (beschermheilige van het Ilha do Corvo) met daarin een afbeelding - van de Maagd en het Kindje - van Vlaamse oorsprong, en een indo-Portugees ivoren kruis, is een bezoek waard, net als het informatiecentrum Centro de Interpretação do Corvo.
In Alto dos Moinhos, vlakbij de Ponta Negra, fleuren kleine windmolens de kustlijn op. In tegenstelling tot de molens op de andere eilanden van de archipel, hebben ze op Corvo een mediterrane invloed en lijken ze meer op de molens die op het vasteland van Portugal te vinden zijn. Ze hebben een conische vorm en zijn uitgerust met een systeem dat de koepel laat draaien zodat de zeilen steeds naar de wind kunnen worden gezet.
Van Vila Nova do Corvo naar de grote krater, Caldeirão, het ex-libris van het eiland, voert de route zes kilometer omhoog. Onderweg ziet u vele lage muurtjes die de verschillende stukken land van elkaar scheiden, lange rijen hortensia's en de zwarte vlekken van de "palheiros", van basalt gemaakte schuren waar vroeger de landbouwwerktuigen en het voer werden bewaard.
Aangekomen bij het uitzichtpunt op Monte Gordo, wordt u betoverd door het ongeëvenaarde uitzicht op het landschap rond de Caldeirão, die, samen met het meer dat zich erin bevindt, het landschap van dit eiland bepaalt. Deze vulkanische krater bleef over na het instorten van de top van de centrale vulkaan van Corvo en heeft een elliptische vorm met een diepte van 305 meter. Binnenin bevindt zich een ondiep meer, het Lagoa do Caldeirão, en verschillende kleine vulkanische kegels die uit de watermassa oprijzen en die volgens velen ten grondslag liggen aan de vorm van de eilanden van de Azoren.
Ten zuidwesten richten zich twee vreemde rotsformatie op, die Cavaleiro (ruiter) en Marco worden genoemd.
Het Miradouro do Pão de Açúcar, op de berg met diezelfde naam, biedt een fantastisch uitzicht, niet alleen over Corvo zelf en het stadje Vila Nova do Corvo, maar ook op het eiland Ilha das Flores.
Het eiland wordt helemaal omgeven door hoge, steile kliffen en het hoogste punt van het eiland is de Morro dos Homens, gelegen aan de zuidkant van de Caldeirão, met een hoogte van 718 meter.
Een boottocht om het eiland heen is een onvergetelijke ervaring door het zicht op de meest ontoegankelijke gebieden. U hebt zo de kans het landschap goed te bekijken en de grote hoeveelheden zeevogels te ontdekken. En misschien zie u wel dolfijnen en walvissen.
Dat mag u niet missen!